Woordenlijst
De metaalbewerking zit vol met woorden en afkortingen waar je onbekend mee bent als je begint. Hier is een lijst van veel voorkomende termen met wat ze betekenen. Als je een ander woord of afkorting weet welke op deze lijst moet of als je een fout ziet stuur me dan even een e-mail.
A
- Argon – Argon is een van de beschermgassen die gebruikt worden bij het lassen.
B
- Blank Staal – Koudgerold staal. Heeft een licht uiterlijk.
- BMBE – Booglassen Met Beklede Elektrode. BMBE is een lasmethode die ook wel stick, stok, elektrode, of SMAW genoemd word.
G
- GMAW – Gas Metal Arc Welding. GMAW is een lasmethode die ook wel MIG of MAG genoemd word afhankelijk van het gas dat gebruikt word.
- GTAW – Gas Tungsten Arc Welding. GTAW is een lasmethode die ook wel TIG genoemd word.
K
- KGW – Koud- gerold of gewalsd staal.
- Koker – Een vierkante buis, een van de vormen waarin metaal geleverd word.
M
- MAG – Metal Active Gas. MAG is een lasmethode die ook wel GMAW genoemd word.
- MIG – Metal Inert Gas. MIG is een lasmethode die ook wel GMAW genoemd word.
S
- SMAW – Shielded Metal Arc Welding. SMAW is een lasmethode die ook wel stick, stok, elektrode, of BMBE genoemd word.
- Slak – Glasachtig materiaal wat achterblijft op een las. Komt het meest voor bij Elektrode lassen of MIG/MAG met gevulde draad omdat de coating die beschermgas en flux maakt smelt tijdens het lassen en daarna achter blijft op de las.
T
- TIG – Tungsten Inert Gas. TIG is een lasmethode die ook wel GTAW genoemd word.
W
- Walshuid – Donkere laag van zuurstofverbindingen (oxides) die in het staal is gedrukt tijdens het rollen en walsen. Komt voor bij warmgewalst staal.
- WGW – Warm- gerold of gewalsd staal.
Z
- Zwart Staal – Warmgerold staal heeft vaak een donker uiterlijk door het achterblijven van een walshuid. Dit in tegenstelling tot blank staal, wat koudgewalst is.